• Howdy, cowboy of cowgirl! Nieuw op het forum?
    Als je wilt deelnemen aan het forum heb je een forumaccount nodig. Registeer er snel een!
    Heb je al een forumaccount? Dan kun je hier inloggen.

Verhalen uit Arizona

DeletedUser

Beste mensen,

Niemand kent mij hier nog op het forum. Ik zette laatst een verhaaltje neer op het forum op w3 in Arizona (mijn stad) Het sloeg zo aan als een bom dat ik het ook maar hier moest plaatsen.
Het zijn twee verhaaltjes, en de tweede heeft meer met Arizona te maken.
Ik hoop dat jullie het leuk vinden! Het leest lekker weg, dus je bent er zo doorheen. :)

Gr, Manigordo

Verhaal 1

Een doodnormale dag van een the west persoon

Na heerlijk in de suite geslapen te hebben, is het toch echt tijd om aan de slag te gaan. ’s Ochtends vroeg meteen een biertje in de saloon en kijken of Henry, Maria, Waupee of John een opdracht voor me heeft. Waupee rookt alweer zijn eerste vredespijp en geeft me de opdracht om bessen voor hem te plukken. Met frisse ochtendtegenzin kruip ik de bessenboomgaard in. Na 2 uur verkeerde bessen te hebben gegeten en mezelf talloze keren heb geprikt aan de takken, kan ik eindelijk terugkeren naar Waupee met wat bessen. Hij is er erg blij mee en geeft mij 60 ervaring.
Ik stijg een level! Eindelijk kan ik nu Belle Stars Deringer dragen die ik van die stomme blinde adelaar met moeite heb afgetroggeld. Ik vraag me nog steeds af waar hij die krant voor nodig had.

Rond 10 uur is er niemand in de saloon te bekennen. Even twee uurtjes voor mezelf. Dan maar landhuis bouwen. Wanneer dat ding af is, weet ik ook niet. Hij word alsmaar groter en groter. Dat ze nog genoeg vlaggen hebben is me een raadsel.

Mijn scheepsbel tringt. John is in paniek, want alle paarden zijn weggerend! Hopelijk heb ik nog een lasso, dan kan ik ze vangen. 4 uur heeft het geduurd voordat ik ze eindelijk allemaal te pakken had. Gelukkig krijg ik er wel een schadevergoeding van $250 bij en 30 ervaring. Toch mooi meegenomen, maar ik ben wel erg moe. Waupee roept me en vraagt of ik nog Buffels kan vangen. Hij heeft een huid nodig om een uitbouw voor zijn wigwam te maken. Ik weiger het en zeg dat ik het morgen wel doe.

Henry heeft daarentegen ook nog een opdracht voor me. De sigaren in de saloon zijn op. Misschien wat rustgevender. Namelijk met indianen handelen. Ik heb het nog nooit gedaan, maar het lijkt niet moeilijk. Na weer vier uur heb ik niets voor mekaar gekregen. Ik begreep er niets van, want ik werd een paar keer door de bende achternagezeten. Met nog de pijlen in mijn huid sjok ik terug naar de stad. Er rent een kleine jongen op me af en die geeft me een telegram. Hij is van onze burgemeester Harres. Een fort van onze bondgenoot ligt onder aanval, dus we moeten helpen verdedigen. Ik haal mijn quarterhorse van stal en sjees naar het fort.

Daar aangekomen zoek ik een plekje op de muur. Nog even een uurtje uitrusten en dan kan het gevecht beginnen. De vijand heeft zich links opgesteld. Ik laad mijn roestige achterlader en mik op die stomme leden van WaW. Ik word flink geraakt en ik val van de muur. Helaas in het prikkeldraad van onszelf. Alles wordt zwart voor mijn ogen en ik val flauw. Nog net hoor ik dat we het fort hebben behouden en dat ik nog best veel ep heb! Het maakt me blij, maar eerst even bijslapen. Morgen moet ik toch op die buffels gaan jagen..
 

DeletedUser

Verhaal 2

Enjoy!

Het beginnende soldatenleven

Als jonge, nieuwe soldaat, stap ik verlegen de kroeg in. Henry herkent me wel meteen en schenkt me op de vroege ochtend een whiskey in. ‘Echte soldatendrank’ noemt hij dat. Ondertussen is er een man binnengestapt met maar één arm. Hij stelt zich voor als William. Ik blijf rustig zitten, maar hij staart naar mij. “Ga toch weg! Ik houd niet van enge armen!” Denk ik bij mezelf. “Jij bent nieuw zeker?” begint hij. “Ik kan je namelijk een opdracht geven. Ik ben mijn broer Thomas kwijt. Hij is altijd overal en nergens. Kun jij hem voor me zoeken?” Ik kijk hem met puppyogen aan en knik. Ik sla mijn whiskey achterover die ik nog helemaal niet zo lekker vind en kijk vragend naar Henry. Hij geeft me een bemoedigende glimlach en ik probeer zelfverzekerd weg te lopen.

Buiten staar ik naar die oude ezelknol. Dat gaat niet als ik de hele wereld over moet. Ik loop naar de handelaar en loop direct naar de stal naar achteren. Die handelaarsman probeert me altijd al die lelijke gouden kettingen aan te smeren. In de stal ben ik meteen verkocht. Een prachtige witte berber staart me aan. Ik koop hem en rijd naar buiten. Het is veel hoger dan die ezel en ik knal vol tegen het uithangbord van de saloon. Meteen word ik uitgelachen door lierse00 die net op weg was naar de saloon. Ik kijk erg tegen hem op en rijdt met een rood hoofd door.

Thomas zoeken is nog een hele klus. Drie dagen lang heb ik gereden. Ik stink naar paardenpoep en zit onder het graan. Er was niets anders eetbaars te vinden voor het paard, dus ik moest ook nog graan oogsten. Waar ik niet voor gemaakt ben.
William is er blij mee dat ik hem heb gevonden en schenkt me 290 ervaring. Heerlijk! Henry geeft me opnieuw een whiskey. “Op een goede beginnende soldaat” zegt hij. Ik neem een grote slok en draai me om. Door de zwaai van mijn arm raak ik Harres die net naar de bar toe kwam lopen. “En ook een onhandige soldaat” lacht Harres. Hij klotst zijn whiskey tegen het mijne dat vervolgens over mijn hele arm loopt. Ik grijns en loop richting de uitgang om maar gauw droge kleren aan te trekken. Ik loop daar Sjaak en Klungelbeest tegen het lijf met de bouwsleutels nog in de hand. “Wat zien jullie er moe uit?” vraag ik. “Ja, aan het fort bouwen he, kunnen we beter schieten op WaW.” Ik knik ze toe en loop de saloon uit.

Buiten schrik ik me helemaal rot. Een onbekend persoon, waarvan ik het gezicht niet kan zien door zijn hoed die over zijn ogen gaat, lacht gemeen. “Ik daag je uit voor een duel”. Met grote ogen kijk ik naar de gedaante. Er zit niets anders op dan mijn wapen te pakken en me te verdedigen. Ik grijp mijn bowiemes en steek het voor me uit. Ook hij pakt zijn wapen. Een hoogwaardige deringer. Een gevoel van angst bekruipt me. Ik zou sterk moeten zijn! Ik ben een soldaat, hij maar een sneue duellant! Dan begint hij te schieten. Ik ben erg goed in ontwijken dus ik ontwijk alles. Daardoor kan ik hem niet raken. In ronde acht wijk ik uit en sla in het rond met het bowiemes. Ik hoor een schreeuw. Ik durf niet te kijken, maar zie dan dat ik hem hard in zijn rechterschouder heb getroffen. En voordat ik het weet is hij op zijn paard gesprongen en stuift de stad uit.

Ik sta nog te trillen op mijn benen als ik een hand op mijn schouder voel. Ik schrik en val bijna om. Het is lierse00. “Goed gedaan.” en hij draait zich om en verdwijnt uit het zicht. Om bij te komen van de schrik ga ik toch weer de saloon binnen en bestel opnieuw een whiskey. Het is eigenlijk toch best wel lekker. Terwijl ik rustig drink, komt Neelis binnen. Het is een geweldige huurling naar wat ik heb gehoord. Ik probeer nog onderuitgezakter te gaan zitten, zodat hij me niet ziet. Ik zou niet weten wat ik tegen hem zou moeten zeggen. Helaas had hij me al gezien en komt bij mij aan tafel zitten en bestelt 3 whiskey. Met puppyogen kijk ik hem aan. “Is alles goed?” vraag ik voorzichtig. “Ja prima, net heb ik chaosrider aangevallen. Heel veel xp gekregen. Alleen jammer dat dat pussy weer zijn hotel induikt. Ik hoorde net dat jij ook een duel hebt gewonnen. Goed man! Je word vast net zo goed als ik.” Zegt hij. “Als je een beetje zwaaien met een bowiemes duelleren vindt..” grijns ik. Neelis lacht. “Zo is iedereen begonnen hoor!”
De deur van de saloon klapt open. Een kleine jongen genaamd roel.z rent de saloon binnen. Hij remt voor de tafel van mij en Neelis. “Telegram voor Manigordo en Neelis.” Meldt hij plechtig. We nemen het aan en direct daarna stormt hij weer de saloon uit. “Laat die deur heel!” roept Henry hem nog na. We maken het telegram open:

Beste team,

Misschien hadden jullie al gezien dat er een gevecht is vanavond. We vallen een fort van WaW aan. Ik zou graag willen dat jullie erbij zijn, jullie hebben nog 3 uur.
Stel je tussen de torens op en stil zijn he!

Groet,
Harres


Niet begrijpend kijk ik Neelis aan. “Welkom bij het team.” Hij pakt zijn whiskey en klotst het tegen de mijne.
Natuurlijk stroomt de whiskey weer over mijn arm, maar ik ben zo blij dat het me helemaal niets deert..

*Wordt vervolgd*
Dit was deel 1, en hierna komt nog een deel. Daarna kies ik waarschijnlijk een ander karakter
 

DeletedUser6405

ja schrijven kan die mani wel ! ik hoop dat er nog veel verhalen zullen komen.
 

DeletedUser

w00w, ik vind dit erg leuk om te lezen. :)

Ps. mag mijn naam er ook in komen? :p
 

DeletedUser

Deel 2

Na schone kleren te hebben aangetrokken, is het tijd om naar het fort te gaan. Het is gelukkig maar een uur verderop. Ik bestijg mijn Berber die ik de naam ‘Witje’heb gegeven. “Kom op witje, we gaan WaW eens even kleineren.” Op het moment dat ik wil gaan rijden, verschijnt er iemand naast me. “Hallo freewilly” groet ik. “Heet jou paard witje? Die van mij bruintje” en lachend rijdt hij ervandoor. Ik begrijp het niet. qqqw komt op me af. “Ach, nieuwelingen plaagt hij altijd, straks geeft hij je elke dag een nachtkus.” Ik kijk hem met een vies gezicht aan en dan barsten we in lachen uit.

Even buiten de stad wacht iedereen op elkaar. Harres vertelt hoe we aankomen. Ik kan het niet goed horen, want ik sta iets te ver weg. Voor ik het in de gaten had roept Harres: “Ingerukt! Vertrekken!”. Paarden steigeren, ezels balken en de groep gaat op weg. Ik begin achter te raken. Ik heb niet veel op paardrijden. Al gauw is iedereen uit het zicht verdwenen en kan ik genieten van een ondergaande zon. Ik rijd langs steden, zie een hoop werkende mensen en geniet. Ik drink wat whisky en voel me al wat lomer worden. Ik moet bij kennis blijven! Anders lig ik al flauw voordat ik ook maar iets gezien heb.

Bijna half in slaap zie ik het fort in de verte. De grote vlag van WaW wappert wild in de wind. Ik rem witje af. Zo in het halfdonker valt witje teveel op. Ik zet hem vast achter een boom, geef hem wat graan wat ik nog had en sluip richting het fort. Al gauw zie ik de aanvallers staan. Ze hebben zich opgesteld aan de rechterkant van het fort tussen de torens. De voorste mensen vormen een goede barrière. Ik sluip voorzichtig dichterbij. Helaas ben ik weer dom bezig. BOEM. Plat op de grond. Boomwortel. “Sssst” sist iedereen en kijken me boos aan. Giechelend sleep ik mezelf over de grond voort. Dan kan ik tenminste niet meer vallen. Ik neem plaats achter november329 met naast me Jerico en wizz-kid. We zijn al met 40 aanvallers dus dat kan nog leuk worden. Ik haal mijn hoogwaardige kruisboog tevoorschijn. “Mooi dingetje” zegt Jerico. “ja, pas gekocht, nu glimt hij nog” Als ik naar wizz-kid kijk word ik wel jaloers. Hij heeft wel een mooie winchester. Wizz-kid ziet het en knipoogt. “Later schiet jij hier ook mee, en een kruisboog is niet slecht. Makkelijk mikken.”

Na nog even een rustpauze te hebben gehad is het tijd om te vechten. We zitten allemaal in afwachting met onze geweren in de aanslag. Dan zien we een voor een mannetjes van WaW op de muur opduiken. Het is al bijna helemaal donker, dus het is al moeilijk te onderscheiden. “Richt op een target nu” hoor ik Harres roepen. Mijn hart begint sneller te slaan. Ik richt op een mannetje, knijp één oog dicht zodat ik precies hem in zijn buik kan raken. Ik houd het bijna niet meer en dan ineens vuurt de muur op ons. We duiken allemaal ineen en ik verlies mijn target uit het oog. “VUUR” schreeuwt Harres. Ik richt mezelf snel weer op en mik op de eerste die in mijn mikveld komt. Raak! Om me heen hoor ik pijnlijke kreten. Opnieuw wordt er vanaf de muur geschoten. November329 voor me wordt in zijn been geraakt. Vol afschuw zie ik hem op de grond zakken. Hij houdt zijn wapen voor zich en richt op zijn belager. Die valt van de muur en wordt gelijk flauwgeschoten. Meteen richt ik mijn kruisboog weer op. Ik mik, en haal snel de trekker over. Ik raak iemand vol in zijn hoofd die net de muur op kwam stampen. Verbijsterd blijf ik staan. “Kom nu! We gaan naar de muur!” zegt wizz-kid tegen me. Ik knik en sluip dichterbij. Na drie rondes staan we allemaal tegen de muur. Het is wel angstaanjagend hoog. “En nu op de muren!” roept Harres. Al wil ik het liever niet horen. Met moeite klim ik omhoog. Ik blijf nog een keer haken aan een tak, maar neurok hijst me omhoog. Daar sta ik dan. Jong en onschuldig op de muur met uitzicht in het fort. De aantallen van aanvaller en verdediger zijn ongeveer gelijk. Nu komt het erop aan. Naast mij wordt een WSA-lid van de muur afgeschoten en valt naar beneden. Meteen komt er een andere speler naast me voor in de plaats. Het zweet breekt me uit en ik begin zwaarder te ademen. Dan vliegt er een kogel rakelings langs mijn hoofd. Ik kijk wie het gedaan heeft en richt op hem. Ik schiet. Helaas mis ik, freewilly ook, maar lierse00 schiet vol in zijn borst! Ik slaak een kreetje van plezier en mik op de volgende. Een paar aanvallers springen van de muur het fort in. Ze rennen richting de vlag. Ik volg ze met mijn ogen, maar vergeet dat er nog genoeg verdedigers zijn. Een kogel raakt me langs mijn onderarm. Ik schreeuw het uit. Ik zak neer op de muur. Een schaduw buigt zich over me heen. Met tranen in mijn ogen probeer ik te zien wie het is. “Sst, ik blijf bij je staan, ik kan nog lang leven.” Hoor ik Harres zeggen. Hij pakt mijn arm dat flink bloedt, en wikkelt er een doek omheen. Nog een persoon komt bij me staan. Het blijkt Sjaak te zijn die betreurd mij aanschouwt. “Ik zal ze leren” zegt hij. Een enorme knal volgt uit zijn geweer. Van ver hoor ik een hoop geschreeuw. “Zo weer één geraakt.” Harres richt zich op, en ook uit zijn geweer klinkt een hard schot. Ik schraap al mijn moed bij elkaar en ga tussen Harres en Sjaak in staan. Met één arm richt ik mijn kruisboog. “Allemaal op die daar!” zegt Harres. Alledrie lossen we ons schot. Alle drie raak en de desbetreffende persoon valt voorover en valt flauw.
Inmiddels staan er vier man bij de vlag. Ze zijn er flink aan toe. “Nog even volhouden!” schreeuwt Harres. “Godverdomme!!” horen we ineens. We kijken opzij en zien freewilly op en neer springen. “Wat is er free?” vraagt Sjaak. “Ik raak niets! Helemaal niets!” en boos richt hij weer op een ander doelwit. We lachen en schieten er nog een paar weg.
Dan hoor ik gejuich. Ik tuur in de verte en zie wat mensen rondjes om de vlag rennen. Het fort is gevallen! We hebben het veroverd! Opgelucht haal ik adem. Een golf van moeheid komt over me heen. “Jeetje, dat was me wat!” even val ik om, maar Harres houdt me overeind. “Je hebt het goed gedaan, en nu lekker naar huis.”

Ik haal witje op. Die heeft me duidelijk gemist. Ik spring erop. Lierse00 komt naar me toe. “Probeer jij maar uit te rusten, ik neem je paard wel aan mijn zijde, dan hoef jij niet te sturen. Sjaak komt ook onze kant op. Hij remt naast lierse00 en geeft hem een kus op de wang. “Niet teveel wonden?” vraagt hij. Lierse00 schudt zijn hoofd. “Heb wat kniewonden, maar verder ongedeerd.”
“Ingerukt!” horen we Harres roepen. Er komt beweging in de groep en blij, maar moe verdwijnen we in de nacht..

The End
 

DeletedUser385

waarom the end?

happy ending ftw

maar free willy moet nog iemand een nachtzoen geven, wil het echt goed komen:)
 

DeletedUser

en wees maar niet ongerust hoor.
free geeft ons altijd een nachtzoen aan het eind van de dag.
 

DeletedUser

Verslag van slag om WSA – Fort 1

(Dit schrijf ik dus echt vanuit mijn avonturier)

Ik rem mijn quarter horse af en loop stapvoets met hem naar de poort. Normaal zouden we er niet in mogen, maar als verdediger ben ik zeker welkom. In het fort zet ik mijn paard op stal. Ik geef hem een kus en zeg hem tot ziens. In het fort begint het steeds drukker te worden. Van Arizona is er alleen nog niet veel man te bekennen. Toch zie ik iemand. Het is Neelis die zijn wapen aan het poetsen in. Hij lacht naar me. “Hee Mani, alle bloedspetters moeten er nog af he.” Ik knik hem toe en ga vast een plekje verzinnen.
Ik loop richting de avonturierstoren en zie dat daar nog plaats is. Ik klim de toren op en loop daar Sjaak tegen het lijf. “Wat doe jij nou hier?” vraag ik. “Ik wilde bij jou staan.” Bekent hij. Ik lach en we kruipen samen in een hoekje van de toren om nog even lekker uit te rusten. Na een tijdje is zitten niet meer mogelijk en we stellen ons in de toren op. “Ik vind het hier te druk worden.” Zegt Sjaak. “Laten we naar de muur gaan.” Ik loop achter hem aan en we staan zo op de muur. “Hee Harres!” roep ik blij. Hij groet terug en tuurt dan weer in de verte. Ik neem plaats naast hem, en naast mij stelt Sjaak zich op. “Ik heb nog geen vijand gezien.” Zegt Harres. “Of ze zijn doodsbang voor ons, of ze zijn te laat uit hun bed gekomen.” Antwoord ik.

De tijd dringt en we hebben nog steeds geen aanvallers gespot. Ik zucht en zak neer op de muur. “Kom op, het begint zo!” zegt Harres. Ik sta weer op en laadt alvast mijn achterlader. Dan begint het gevecht. “Ze staan aan de andere kant!” roept iemand aan de overkant van de muur. We draaien ons om en kijken waar we heen moeten. “Ik ga wel vooruit.” Opper ik. Harres vertrekt naar de avonturierstoren. Ik zie een plekje vrij aan de voorkant van het fort op de muur. Ik steven erop af. “Auw!” roep ik. Een kleine kogel is in mijn onderarm gekomen. Ik kijk ernaar, maar negeer het. Gewoon doorgaan nu. Denk ik.

Meerdere spelers komen op de muur. Neelis komt bij me staan, en naast hem is qqqw te vinden. “IK KOM ERAAN MANI!” hoor ik Harres van ver schreeuwen. Ik zie hem al deze kant opkomen. Lierse00 heeft een goed idee. “Als we nu even met z’n alleen de arbeiderstoren opspringen. Daar zullen ze vast van schrikken.” Iedereen knikt instemmend en we bewegen ons langzaam naar de toren. Harres is inmiddels naast me gekomen. “Op mijn teken jongens!” probeert Harres te fluisteren. “NU!” met een sprong duiken we in de arbeiderstoren. De kogels vliegen om mijn oren. Ik richt snel mijn achterlader en schiet vol in de schouder van iemand die het uitkrijst. “Moeten we niet terug?” roep ik naar Harres. “JA, TERUGTREKKEN!” meteen duik ik uit de toren net zoals alle anderen. Alleen lierse00 blijft staan. “Lierse!!” roep ik. “Ik overleef het wel!” roept lierse terug. Ik kan me niet meer om Lierse bekommeren, want een paar aanvallers zijn dichterbij gekomen. Ik laad en schiet en tref er weer een. Dat gaat nog een paar rondes door, totdat er geen aanvaller meer te zien is voor het fort. Ze staan nog allemaal aan de zijkant.

“Kom op, uit het fort.” Roept Jerico aan de andere kant van de muur. Ik kijk nog even om voordat ik eraf spring. Nog net zie ik lierse00 zwaar gehavend uit de toren komen. Ik schrik en val bijna op de grond. Gelukkig helpt Neelis me overeind. Lierse00 is inmiddels ook het fort uitgekomen. Ondanks dat er bloed over zijn gezicht loopt en er gaten in zijn overhemd zitten, lacht hij nog steeds. “Dat was me wat zeg!” “Je bent een held lierse00!” roep ik terug.
Langzaam schuiven we dichter naar de toren om zo om de hoek te koekeloeren of er vijanden zijn. Elke keer staan we in een mooie lijn op de vijand te knallen. Ik kijk om me heen. Waar is Harres nou! Een angstgevoel bekruipt me. “Waar is Harres! Weet iemand waar Harres is!” roep ik. Dan zie ik hem gelukkig zitten. “Ik red het wel mani, niets aan de hand!” Opgelucht haal ik adem. Ik draai me om, en terwijl ik dat doe zie ik Lierse00 in mekaar zakken. “Aaaah!! Lierse00!” roep ik geschrokken. Ik wil naar hem toe rennen, maar iemand houdt me tegen. Met grote ogen staar ik naar hem. Hij wordt door twee man weggedragen naar de kazerne. In één klap wordt mijn blik weggescheurd van Lierse00. “Mani kijk uit!” roept Neelis. Een schot raakt me in mijn bovenbeen. Het enige wat ik kan uitbrengen is een kreun. qqqw schiet naar me toe. “Hier verbind je snel en ga door. Je redt het wel!” Ik knik, verbind mezelf en probeer recht te blijven staan. Daarna haal ik diep adem en concentreer me weer op het gevecht.

De tegenstander drijven we steeds verder naar de achterkant van het fort. Een paar van hen gaan zelfs tegen de muur staan. “TERUG NAAR DE MUREN” roept Harres. Met z’n allen verplaatsen we ons terug naar het fort. “Nog een keer op de arbeiderstoren!” hoor ik Neurok schreeuwen. Ik zet koers naar de toren. Het plekje wat ik in gedachte had, kwam niet uit. Door de drukte werd ik naar voren geduwd. Kogels vliegen in en uit. Precies onder de toren staat er een. Ik gluur over de rand en richt op die stomme hoed. Boem! Zo een gat erdoorheen. Ik raakte alleen zijn voet verder. Nog even en die ligt ook te slapen. Ineens voel ik iets warms langs mijn arm lopen. Ik kijk en zie een wond in mijn bovenarm die flink bloedt. Het deert me niet. We hoeven nog maar even.

Eindelijs is de laatste persoon weggeschoten. Zelf heb ik er nog en paar KO geschoten, dus dat maakt me erg blij. Om me heen in de toren zie ik vermoeide en bebloede broeders. Het schept wel een band. Rustig daal ik de toren af en loop richting de kazerne. Als eerste wil ik kijken hoe het met Lierse00 is. Het is druk in de kazerne. Allemaal mensen die worden verzorgd. Aan de achterkant ligt lierse00 te slapen. Ik sluip erheen en geef hem een kus op zijn voorhoofd. “Slaap lekker, je bent een echte held.” Ik zie nog even een glimlachje rond zijn mond verschijnen en dan laat ik hem met rust. Ik loop Harres tegen het lijf die er ook wel aan toe is. “Harres, je bent een goede leider. Wat moeten we toch zonder jou!” “Dankje Mani, en ga nu je rust pakken. Dat hebben we allemaal nodig.”
Ik zoek een bed uit, doe mijn kleren (niet helemaal) uit en val in slaap.
 
Bovenaan