• Howdy, cowboy of cowgirl! Nieuw op het forum?
    Als je wilt deelnemen aan het forum heb je een forumaccount nodig. Registeer er snel een!
    Heb je al een forumaccount? Dan kun je hier inloggen.

Het verhaal van een cowboy (door marieitjnie)

DeletedUser12281

Geinspireerd door wat anderen, (Jack coca enz.) ga ik ook aan mijn eigen verhaaltje beginnen :)
Hopelijk vinden jullie het wat ;)
 

DeletedUser12281

Deel 1

Deel één: Het verhaal van een rondzwervende cowboy….

Het is een standaard zaterdag namiddag, ik doof mijn vuurtje met wat zand en rijd even later op een rustig paadje in noordoostelijke richting op Alano, mijn zwarte mustang, op zoek naar een herberg of hotel om de nacht door te brengen. Soms slaap ik ook wel in de open lucht, maar daarvoor leek het me toch net iets te guur worden vannacht.
Ik had die dag niet veel bijzonders gedaan. Geslapen en ontbeten in een rustig stadje met een uiterst vriendelijke waard en een waardin die heerlijk kan koken. Ik had er nog wat spulletjes verkocht op het plaatselijke marktje, mijn geld raakt op. Daarna ben ik wat gaan vissen en heb ik een kalkoen gevangen voor het maaltje dat ik zojuist lekker opgegeten heb. Van de kalkoen heb ik nog wat over, om te verkopen of om morgen verder op te eten, dat zie ik wel. Omdat dat al vroeg in de middag klaar was, ben ik nog naar een boer gegaan om in ruil voor wat centen een paar karweitjes te doen, terwijl Alano lekker in het weiland kon grazen.
De boer vertelde dat er hier in de buurt overvallen waren geweest, door een groep mannen, volgens hem hoorden ze bij dezelfde bende. Ze waren niet op zijn boerderij geweest, maar zoals ik al eerder opgemerkt had, droeg hij zijn ietwat ouderwetse hagelrevolver continu bij zich, alhoewel ik me niet kon voorstellen dat de simpele boer daar echt mee overweg kon en wat mee zou kunnen beginnen tegen zulke bandieten. Van de waard had ik vanochtend een soortgelijk verhaal gehoord. Ik vind het maar laf, boerderijen en kleine dorpjes zonder sherrif lastigvallen.
Ik krijg dat soort verhalen te horen, want voor veel mensen zie ik eruit als iemand die kon omgaan met een geweer. Dat klopt wel, ik heb lange tijd in het leger gediend voor verschillende allianties en heb daar een goede tijd beleefd. Maar te veel maten heb ik zien gaan en nu heb ik ook een mooi leven. ‘Of niet, Alano?’. Het paard knorde wat, alsof hij het begreep. Ik heb nog steeds een oud musket, en soms verlang ik nog terug aan de risico’s en dat spannende leven. Een confrontatie met zulke schurken zou ik niet uit de weg gaan, zeker niet. Maar ik ga niet naar ze op zoek. In mijn eentje kan ik toch niks tegen ze beginnen.

Mijn gedachtegang wordt onderbroken omdat Alano opeens onrustig werd en ik in de verte schoten hoor, uit noordelijke richting. Geen simpele revolverschoten maar van echte geweren, en een hoop. Omdat ik toch al ongeveer in die richting reed spoor ik Alano aan en mijn tempo gaat iets omhoog. Maar dan bedenk ik me opeens iets. Er zou daar ergens ook een fort moeten liggen. Misschien wordt het aangevallen. Toch besluit ik een kijkje te nemen, gewoon uit nieuwsgierigheid.
Na ongeveer een kwartiertje doorrijden zag ik in de verte inderdaad een fort liggen. Ik laat Alano nog iets dichterbij komen en houd dan halt. Ik hoor een harde maar duidelijke stem luidkeels commanderen. Dat moet de generaal zijn, aan zijn commando’s te horen die van de aanvaller. ‘Schiet die scherpschutters op de dueltoren neer!’ riep hij wanhopig, ‘Dan pas gaan we de muur op!’ . De aanvoerder van de verdedigers hoorde ik niet, maar zal er ongetwijfeld zijn. De aanval leek niet goed te gaan. De verdedigers hadden dubbel zo veel man nog over, gok ik. Ik bleef eventjes kijken naar dit fenomeen waar ik vroeger zo vertrouwd mee was.

Het gevecht ging zo nog even door maar na een tijdje bleek de generaal van de aanvallers het nu opgegeven te hebben. Hij schreeuwde iets wat ik niet kon verstaan en een handjevol overlevenden kon nog wegkomen en ze reden in volle galop in westelijke richting weg van het fort. Ik keek nog eens naar het fort. In grote witte letters stond op een bord voor de poort nog iets geschreven.‘Fort Triompf’, las ik.
Ik hoorde luid gejuich en de eerste klanken van tegen elkaar klinkende whiskeyflessen. Het werd al een klein beetje schemerig. Maar ik had nog steeds geen plek gevonden om te overnachten. Ik was boos op mezelf dat ik niet beter opgelet had. Mijn enige optie leek me om naar het fort te rijden en te vragen of er in de buurt een slaapplek te vinden was, en ik kon beter opschieten, voordat ze te veel whiskey ophadden om mijn vraag normaal te kunnen beantwoorden…


Wordt vervolgd...
 

DeletedUser12281

Dank jullie wel :)

Ga zo beginnen aan deel 2 en die plaats ik dan uiterlijk vrijdag en dan ben ik een weekje op vakantie :)
 

DeletedUser12281

Deel 2

Deel twee: Een warm welkom

Ik reed in een drafje richting het fort. Na ongeveer een kwartiertje stond ik voor de poort en ik steeg af. Op het bord zag ik nu ook de eigenaar van het fort staan. ‘Briscoe Triompf’ van alliantie ‘WAF’. Ik liep naar de poort toe en merkte dat de toren erboven onbemand was. De bewaker is vast mee aan het feesten. Ik gebruik de grote houten ring en klap hem drie keer redelijk hard op de massieve kogel die daarvoor bedoeld was. Ik wachtte even maar er leek geen reactie te komen, het was ook een redelijk lawaai daarbinnen. Dus ik herhaal mijn actie van daarnet en klop nog eens drie keer op de poort. Nu was er wel iemand die het gehoord had. Het houten luikje op ooghoogte ging open en ik zie een mager gezicht met een neus die scheef staat en waarschijnlijk meerdere keren gebroken is verschijnen.
‘Wat moet jij?’ vroeg hij nogal chagrijnig
‘Ik ben maar een simpele reiziger, ik ben op zoek naar een slaapplek voor de nacht.’, antwoord ik.
Dan hoor ik een andere stem roepen naar de man die voor het luikje staat. ‘Wie staat er voor de deur, charden?’
‘Een of andere vreemdeling die een slaapplek zoekt’
‘Laat hem toch binnen’
‘Oh, maar ik wilde alleen vragen waar er hier in de buurt een dorpje of stad is waar ik kan overnachten’, zei ik, terwijl de poort met piepende scharnieren opengetrokken werd. Ik liep naar toch maar naar binnen.
‘Je kunt hier slapen, in de kazerne. En je paard kan in een van die stallen daar. Ik ben trouwens driesar’, en hij liep naar me toe met uitgestrekte hand. Ik schudde hem. ‘Marietijnie’, stelde ik mezelf ook voor.
‘Ons fort werd daarnet aangevallen. Maar we hebben ze in de pan gehakt! ’, en hij glimlachte naar me.
‘Weet ik, zei ik.
‘Dat weet je?’ hij zei het een beetje achterdochtig.
‘Ja, ik kwam net aanrijden toen ik nog wat mannen zag vluchten’ loog ik. Het leek me niet slim om te vertellen dat ik daar al een tijdje zat, het gevecht te begluren. Maar gelukkig was zijn achterdocht alweer verdwenen.
‘Kijk, daar is de kazerne, daar kun je vannacht wel slapen.’ Ik volgde de richting van de vinger en ik zag een klein houten gebouwtje. Ik zag er niet echt naar uit om daar de nacht in door te brengen. Maar het moest maar. Ik zadelde Alano af en bracht mijn spullen naar de slaapplaats die mij aangewezen werd.

De rest van de avond heb ik nog wat met de mensen in het fort gepraat. Het stroomde langzaam leeg want het duurde nu echt niet lang meer voor het echt donker was. De meesten gingen terug naar Briscoe Triompf, wat op een kwartiertje draven van hier lag.
We praatten niet over veel bijzonders, maar op een gegeven moment draaide het gespreksonderwerp naar de bende die in de buurt dorpjes en boerderijtjes terroriseert. Maar de verhalen hadden hen ook nog maar pas bereikt en ze hadden deze middag meteen telegrammen gestuurd vanuit Briscoe Triompf naar alliantiesteden Fanta Farmers, Blitz en Revenge Meadow om een paar van hun beste duellisten met spoed op pad te laten gaan om op onderzoek uit te gaan. Het idee was om te verzamelen in Briscoe Triompf. Tim19, die ook bij dit gesprek aanwezig was, zou ook meegaan als een van de duellanten.
‘Dus je sprak met mensen in een klein dorpje en daar waren ze geweest?’ vroeg hij
‘Ja, zuidwestelijk van hier’ antwoordde ik, en gelijk erachteraan vroeg ik: ‘Maar wie zijn het dan? En waarom doen ze dit?’
Coca371, die ook bij het gesprek zat, gaf antwoord op mijn vraag. Althans, hij wilde dat gaan doen maar hij werd onderbroken door charden-j, dezelfde waarmee ik door het luikje had gepraat. ‘Moeten we dit allemaal wel delen met deze vreemdeling? Mij lijkt het onverstandig, misschien is hij wel een spion van WAR of Cahokia.’
‘Hij lijkt me te vertrouwen’ zei Dries. Coca stemde met hem in.
‘En jij hebt zojuist toch de namen van de 2 allianties die we verdenken genoemd.’ Charden trok een zuur gezicht.
‘Maar goed,’ zei dries, ‘Het word al erg donker, laten we maar gaan slapen. Morgen wordt een drukke dag’
‘Goed plan.’ Zei Tim
We liepen naar de kazerne en gingen ieder naar onze eigen slaapruimte. Ik geloof dat zij veel betere bedden hadden dan ik. Ik sliep namelijk op een piepklein kamertje met een opklapbed in de hoek met een heel dun stromatrasje en een hard kussen. Maar ik was moe, dus ging gelijk op bed liggen, maar ik verwachtte niet dat ik gelijk in slaap zou vallen. Mijn plan was om morgen ochtend vroeg te vertrekken. Als iedereen nog sliep. Dan zorg ik zelf later wel voor een ontbijt, ik heb die kalkoen nog.
Na een half uurtje dommelde ik toch in.

Wordt vervolgd...
 

DeletedUser15347

Mooi Tijnie :D en zoals smoke al zei.. je stijl van Type is echt leuk om te lezen
 
Bovenaan